Bel ons: 088 22 00 888

Acuut of chronisch

Er zijn twee soorten pijn. Acute pijn kent u uit het dagelijkse leven. U valt en dat geeft een bepaalde mate van pijn. U kunt ook door bijvoorbeeld een ‘verkeerde’ beweging een zenuw beschadigen wat neuropatische pijn oplevert. Acute pijn gaat binnen afzienbare tijd weer over.

Chronische pijn heeft niet altijd een duidelijke oorzaak en houdt langdurig aan of is zelfs permanent. Denk aan chronische hoofdpijn of pijn in de rug. Liefst 20% van de bevolking lijdt hier aan.

 

De werking van zenuwcellen bij pijn

Kijkt u eens naar de figuur hieronder.

Bron: Prof. Dr. Mira Meeus, hoogleraar aan de Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen en verbonden aan Pain in Motion (www.paininmotion.be)

Op deze figuur ziet u een vereenvoudigde weergave van een zenuwcel met een lange uitloper die tot meer dan een meter lang kan zijn. Bovenaan de zenuwcel is het ronde gedeelte met de ventjes getekend. Dit is het gedeelte waar de zenuwcel de prikkels uit de omgeving oppikt. Ieder ventje bestaat uit een sensor of receptor. Dit kunt u vergelijken met een sensor in de tuin: loopt iemand voorbij, gaat het licht aan.

Nu is elk ventje gespecialiseerd om één soort prikkel op te vangen. Dat kan bijvoorbeeld warmte of koude zijn, mechanische druk of chemische stoffen.

Het ventje links bovenaan pikt warmte op, het ventje rechts bovenaan chemische stoffen. Daarom openen beide hun poortje. Zodra de receptor wordt geprikkeld, gaat het poortje open waardoor er positieve ladingen van buiten naar binnenin de zenuwcel kunnen. Voordat er een elektrische prikkel komt, moeten er eerst voldoende positieve ladingen worden opgestapeld binnenin de zenuwcel. Ontstaat er dan een elektrische prikkel, dan wordt deze via de lange staart van de zenuwcel als een lopend vuurtje getransporteerd. De gevaarboodschapper. De elektrische prikkel alléén is onvoldoende om pijn te voelen.

 

Pijn voelen

Stel, u snijdt uw vinger aan een scherp mes. De gevaarboodschap wordt dan door de lange staart van de zenuwcel getransporteerd als een elektrische stroom door een elektriciteitskabel. De gevaarboodschap gaat naar het ruggenmerg. Dat is het centrale deel van het zenuwstelsel (ruggenmerg inclusief hersenen).

Zodra de boodschap in het ruggenmerg aankomt, wordt het elektrische signaal omgezet in een chemisch signaal. Dit komt vervolgens terecht in een kleine ruimte tussen aankomende zenuwen en vetrekkende zenuwen. De vertrekkende zenuwen staan in verbinding met uw hersenen – ze kunnen zowel boodschappen naar de hersenen sturen als boodschappen vanuit de hersenen naar het ruggenmerg sturen.

Wanneer dit laatste gebeurt, komen er extra chemische stoffen vrij in de kleine ruimte tussen de aankomende en vertrekkende zenuwen. Het gevolg is dat we een soep van verschillende chemische stoffen krijgen. De samenstelling van die soep bepaalt of de inkomende gevaarboodschap al dan niet wordt doorgezonden naar de hersenen.

Pijngeheugen

Onze hersenen zoeken uit waar een boodschap vandaan komt (welk deel van ons lichaam heeft de boodschap uitgezonden), welk soort boodschap het is (bijvoorbeeld te veel warmte of te veel druk), hoe ernstig de boodschap is, enzovoort. Daarnaast wordt onder andere ook uw ‘pijngeheugen’ geactiveerd. Daarmee kunt u achterhalen of u dit soort pijn al eerder heeft ervaren en wat het gevolg daarvan was.

Voorbeeld

Als een kind leert lopen, weet het nog niet goed wat de mechanische druksensaties en de ermee gepaard gaande gevaarboodschappen betekenen. Het kind heeft hierover geen pijngeheugen. Daarom zoekt het kind in zijn of haar directe omgeving naar informatie die hem hierbij kan helpen: een moeder of vader die gezien heeft dat hij is gevallen. De reactie van moeder of vader bepaalt dan vaak of het kind gaat huilen. De reactie koppelt een betekenis (ernst) aan de gevaarboodschappen. De betekenis wordt opgeslagen in het pijngeheugen. Is de reactie betuttelend en troostend, dan interpreteert het kind dit als een teken dat hij iets ernstig heeft doorstaan en begint vaak direct te huilen. Wanneer de ouder lacht en het kind aanmaant om op te staan en door te lopen, interpreteert het kind dit als een teken dat dit soort gevaarboodschappen niet ernstig zijn. Het kind huilt niet en loopt verder. Een volgende valpartij is herkenbaar en het kind zal direct weer opstaan en verder lopen.

Naast het pijngeheugen activeren gevaarboodschappen nog andere hersengebieden:

  • de emotionele component van pijn
  • het al dan niet anticiperen op pijn
  • de mate van aandacht voor pijn
  • de motivationele component van pijn

Het is belangrijk te beseffen dat deze verschillende hersendelen onderling communiceren en dat de uitkomst bepaalt of

  • er al dan niet pijn wordt ervaren (dit is het no brain, no pain-principe); zonder onze hersenen ervaren we geen pijn
  • in geval van pijnervaring, hoeveel en hoe lang er pijn wordt ervaren

Volumeknop in het ruggenmerg

Het ruggenmerg is een soort volumeknop die voor de gevaarboodschappen kan worden open- of dichtgedraaid. Het opendraaien van de volumeknop zorgt ervoor dat gevaarboodschappen versterkt worden doorgestuurd naar de hersenen. Het dichtdraaien zorgt ervoor dat de gevaarboodschappen worden tegen gehouden. Het ruggenmerg werkt dan als een krachtige filter die de boodschappen tegenhoudt. Dit noemen we pijndemping. Ons lichaam beschikt over een enorm krachtig pijndempend systeem. Het is tot 60 maal krachtiger dan welke pijnmedicament dat op dit moment beschikbaar is.

Pijn is bovendien zeker niet gelijk aan de hoeveelheid weefselschade in uw lichaam. Bij weefselschade kan er weliswaar pijn ontstaan, maar het is niet de hoeveelheid weefselschade die alles bepalend is voor de hoeveelheid en intensiteit van de pijn die we ervaren. De hoeveelheid weefselschade is daarbij maar een van de vele factoren.

Evengoed kan iemand veel weefselschade hebben en nauwelijks of helemaal geen pijn ervaren. Omgekeerd kan iemand helemaal geen weefselschade hebben en toch ernstige pijn ervaren. Denk aan buikpijn bij spanningen. Dat dit mogelijk is, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek wees uit dat de hersenactiviteit voor pijn als gevolg van een beenbreuk gelijk is aan de hersenactiviteit bij het hebben van een slecht gevoel door ‘sociale uitsluiting’ tijdens een spel.

 

Fantoompijn en/of stomppijn

Bij patiënten met chronische pijn werkt de functie om gevaarboodschappen tegen te houden niet goed, terwijl het versterken van de boodschappen wel goed werkt. De volumeknop bij patiënten met chronische pijn staat dus te veel opengedraaid, waardoor gevaarboodschappen heel gemakkelijk de hersenen bereiken. En dit geldt ook voor het hebben van fantoompijn of de pijn in lichaamsdelen die er niet meer zijn.

Hoe is dit nu mogelijk?

Het kan te maken hebben met de mate van de oorspronkelijke beschadiging van het lichaam. Daarnaast speelt ook genetische aanleg een voorname rol. Deze twee factoren heeft u geen invloed op.

Maar er zijn wel factoren waar u wel zelf invloed op kan hebben.

Dat is onder andere de manier waarop u denkt over uw pijnklachten en de manier waarop u ermee omgaat.

Aan deze twee factoren kunt u samen met de mensen van Heckert & van Lierop werken. Om samen ervoor te zorgen dat de volumeknop in uw ruggenmerg een beetje minder open komt te staan.

Waar moet u dan aan denken?

  • goede stompverzorging
  • een (beter) passende prothese
  • een speciale liner
  • medicatie
  • hulptherapieën zoals
    • spiegeltherapie
    • mental practice/VR- en AR-applicaties

 

Vragen en advies

Als u na het lezen van dit blog nog vragen heeft, maakt u dan gerust een afspraak met Heckert & van Lierop. Wij verduidelijken het een en ander graag voor u. En bovenal: we willen graag samen met u werken aan verlichting van de pijn.

[Dit blog is geïnspireerd op een lezing van Prof. Dr. Rob Smeets tijdens onze KMK-dag, revalidatiearts Libra en Hoogleraar Revalidatiegeneeskunde Universiteit Maastricht]

Orthopedisch technoloog Johan Bloks

Deze blogs zijn mogelijk
ook interessant voor jou