Bel ons: 088 22 00 888

Wat is heupdysplasie:
Heupdysplasie is een afwijking van het heupgewricht, waarbij de heupkom te ondiep is. Bij ernstige vormen van heupdysplasie kan de heupkop ook makkelijk uit de heupkom raken. Heupdysplasie doet geen pijn. Het komt voor bij ongeveer 2 tot 4% van de pasgeborenen.

De heup bestaat uit twee delen: de heupkop en heupkom. De heupkom is onderdeel van het bekken en de heupkop zit vast aan het dijbeen. Bij een normale heup is de heupkom diep genoeg om het grootste deel van de heupkop te overdekken. Tijdens de zwangerschap kan het echter zo zijn dat de heupkom niet goed wordt aangelegd. Hierbij wordt de heupkom ondiep. Dit noemen we heupdysplasie.

In de eerste drie levensmaanden herstelt een heupdysplasie zich gelukkig in 90% van de gevallen spontaan. Als er na de eerste drie levensmaanden nog steeds een heupdysplasie is, kan deze over het algemeen goed behandeld worden.

Bij de behandeling wordt gebruik gemaakt van de snelle groei van het kind in het eerste levensjaar. Door de heupen te spreiden, komen de heupen in het midden van het ondiepe heupkommetje te liggen. Hierbij duwt te heupkop in het kommetje. Het onderliggende bot past zich aan op deze toename van de druk door een diepere heupkom te gaan vormen. Hiervoor moet de heup wel gedurende de hele dag gespreid worden. Er zijn verschillende manieren waarop dit bewerkstelligd kan worden:

  • Camp-spreider: deze spreider kan worden gebruikt als de heupen volledig, soepel, gespreid kunnen worden (zie afbeelding 2 hierboven). De Camp-spreider bestaat uit twee kunststof manchetten die om de bovenbenen zitten. Deze zijn aan de achterkant met elkaar verbonden met een beugel.
  • Pavlik-bandage: deze bandage kan worden gebruikt als de heupen niet volledig, soepel gespreid kunnen worden en als de heupkop gedeeltelijk of volledig naast het kommetje staat (zie afbeelding 3 hierboven). De Pavlik-bandage bestaat uit twee stoffen harnasjes die om de onderbenen gaan en die vervolgens met riempjes verbonden worden met een stoffen harnasje om de romp. Hierdoor buigen de knietjes en vallen de heupen naar buiten. Het kind kan wel gewoon bewegen met de Pavlik-bandage.

Als er een spreidbroek bij uw kind is aangemeten, zal deze geregeld gecontroleerd worden door onze medewerkers. Tijdens deze controles kunt u uw vragen kwijt met betrekking tot de voorziening (vervoer, slapen, motoriek van het kind en ontwikkeling). Ook zullen wij het spreidbroekje aanpassen bij de groei van het kind. Hoe groter hij/zij groeit, hoe meer spreidstand er mogelijk is. Hierdoor kan er meer druk op het heupgewricht uitgeoefend worden en zo een betere stand van het gewricht ontstaan.

Deze voorzieningen zijn van tijdelijke aard. Hierom vallen ze onder de behandeling van de orthopeed en worden deze volledig vergoed door uw zorgverzekering.

 

 

Wil je meer weten?
Neem gerust contact met ons op.

 

Deze blogs zijn mogelijk
ook interessant voor jou